Iris Frings-Mioch heeft als projectleider de inrichting, installatie en verhuizing gecoördineerd voor het nieuwe lab van het Zuyderland ziekenhuis Sittard-Geleen.

De afgelopen twee jaar –middenin de coronapandemie– stonden bij de laboratoria van het Zuyderland ziekenhuis in Sittard-Geleen in het teken van de bouw van een nieuw laboratorium. Kort na de interne verhuizing in maart van dit jaar staat Iris Frings-Mioch, die als projectleider de inrichting, installatie en verhuizing coördineerde, al weer voor een volgende, soortgelijke klus. Deze keer in het fusieziekenhuis in Heerlen, waar in de zomer van 2023 een compleet gerenoveerd satellietlab zal worden opgeleverd.

Verhuizing laboratoria brengt specialismen in Zuyderland een stuk dichter bij elkaar

We konden dus in alle rust in het nieuwe lab de nieuwe apparatuur installeren

Het nieuwe lab is sinds maart 2022 in gebruik.

Het door Veolia geleverde Medica R200 watersysteem kan 400 liter demiwater per uur produceren.

Aan het track-systeem zijn naast de klinisch-chemische analyzers ook analyzers van microbiologie gekoppeld.

Klinisch chemicus Bernadette van Acker ziet in het nieuwe laboratoriumgebouw een verdere integratie tussen de verschillende disciplines.

In het 24-uurs kernlab is een grote controlekamer waar je via grote schermen kunt meekijken met de apparatuur en die zelfs op afstand kan aansturen.

Een soortgelijke medische drone als deze, waarmee onlangs een succesvolle proefvlucht tussen twee Antwerpse ziekenhuizen is afgelegd, gaat te zijner tijd ook met labmonsters heen en weer vliegen tussen de Zuyderland-lokaties Sittard-Geleen en Heerlen.

Efficiënt en snel monstertransport

Waar in de oude situatie interne monsters van de poliklinische bloedafname via een liftje naar het lab kwamen, is dat nu deels ondervangen met een Tempus buizenpostsysteem. De leidingen van dit systeem zijn zo dun als een tuinslang, zodat er precies één buis doorheen kan. Die wordt met perslucht naar het lab geschoten en is maximaal 30 seconden onderweg. Via de verbinding met de poliklinische bloedafname kunnen er zo’n 600 buizen per uur worden verstuurd. Ook met de spoedeisende hulp en de IC zijn er rechtstreekse verbindingen, die Bernadette van Acker elke afdeling wel zou gunnen. Zij hecht veel waarde aan een goede ontsluiting, dat materialen op een snelle en efficiënte manier naar het lab komen.

In samenwerking met de Belgische firma Helicus werkt Zuyderland aan de implementatie van een dronetransportsysteem. In de nabije toekomst kan met een drone materiaal van Heerlen naar Sittard-Geleen worden gebracht en vice versa. “Zonder files is de reistijd zo’n 20 minuten, maar ook hier wordt het verkeer steeds drukker. Met een drone kan het in een kwartier, en dat kan in bepaalde gevallen het verschil maken voor een behandeling. Op het dak van ons nieuwe lab is al een landingsplaats voor de drone gemaakt. Voor het buizenpostsysteem hebben we een speciaal model aangeschaft, zodat die kan worden aangesloten aan het dronesysteem. De uitdaging zit vooral in de regelgeving. Op dit moment kan nog niet worden voldaan aan de korte doorlooptijd die voor spoedmonsters vereist is.”

Bovendien komt er heel wat bij kijken om toestemming van de luchtvaartautoriteiten te krijgen om boven een dichtbevolkt gebied buiten het gezichtsveld van de drone-operator te vliegen. Helicus heeft onlangs als eerste in Europa die toelating verkregen en heeft ook al een succesvolle proefvlucht tussen twee Antwerpse ziekenhuizen achter de rug.


In het satellietlab in Heerlen wordt ook gebruik gemaakt van een Medica voor de demiwatervoorziening. Die blijft in de onlangs gestarte verbouwing op dezelfde plek staan; alleen het leidingwerk wordt verlegd. “Dat is, denk ik, één van de weinige apparaten die niet zal worden verplaatst, want er gaat ook hier behoorlijk wat veranderen. Door een eerdere verbouwing in het ziekenhuis is het lab in tweeën geknipt. Bloedtransfusie zit nu aan de ene kant van de gang en het overige 24/7 laboratorium aan de andere kant. Dat is niet ideaal, zeker niet bij diensten, waar je met twee mensen het hele lab moet bestieren. Het plan is nu om met de extra ruimte naast het bloedtransfusielab, die is vrijgekomen door het verhuizen van de centrale sterilisatie, weer één compleet 24/7 laboratorium te maken. De ruimte aan de andere kant van de gang wordt vervolgens omgebouwd tot satellietlaboratoria voor pathologie en microbiologie en tot kantoorwerkplekken”, vertelt Iris, die als projectleider ook in Heerlen alles in goede banen zal leiden. “Een beetje hetzelfde kunstje als in Sittard-Geleen, maar dan hopelijk zonder coronaperikelen!”

Nog een verbouwing

Met de verhuizing is ook de demiwatervoorziening aangepast. “We hadden al een Medica watersysteem van Veolia in gebruik. Omdat we van twee naar drie chemie-analyzers gingen werd dat qua capaciteit kritisch, zodat we een nieuw systeem hebben aangeschaft dat 400 liter demiwater per uur kan produceren inclusief tank. Dan heb je met een afname van rond de 300 liter per uur voldoende marge voor de grote analyzersystemen”, vertelt Iris.

Het had wel voeten in de aarde om een definitieve plek voor het forse systeem te vinden. Aanvankelijk was het de bedoeling om de back-up voorziening van Veolia in het lab te plaatsen, zodat de analist via een kraan-open / kraan-dicht procedure fysiek de slang kan omclippen als er vanwege onderhoud of een calamiteit gebruik moet worden gemaakt van de door Veolia gemaakte backup-leiding. Daar bleek toch te weinig ruimte voor de Medica en het back-up systeem waardoor deze uiteindelijk in de kelder zijn geplaatst. Door eenvoudig kranen te openen en te sluiten worden bij storingen of onderhoud de analyzers gevoed met demiwater van het ziekenhuis, dat over zuiveringspatronen van Veolia wordt geleid en dan via de leidingen naar het lab gaat. Om de Medica te kunnen monitoren wordt er binnenkort een softwarepakket getest dat de kwaliteit van het water en de apparatuur zelf in de gaten kan houden. “Zo kunnen we op afstand geholpen worden door de leverancier en kunnen we eerder inspelen op dreigende storingen”, aldus Iris.

Driehonderd liter per uur

Als projectleider laboratorium zorgde Iris niet alleen dat de verhuizing in goede banen liep, maar ook dat het in samenspraak met collega’s ingetekende labmeubilair correct werd geplaatst. Bovendien begeleidde ze de leveranciers die apparatuur kwamen installeren. Extra uitdaging was dat dit alles middenin coronatijd speelde. “Veel overleg en presentaties van bedrijven verliepen via Teams. Dat betekende dat je op basis daarvan keuzes moest maken. Er waren nauwelijks werkbezoeken. Ook werden we regelmatig geconfronteerd met leveringsproblemen, waarbij plan B ook niet voldeed, en je moest overstappen naar plan C. Voor en tijdens de daadwerkelijke verhuizing, half maart, speelde de zeer besmettelijke omicron-variant sterk op. In die tijd moest je nog tien dagen in quarantaine als je positief werd getest. Dat had aardig wat impact op de handjes die we nodig hadden. Dat speelde ook bij de leveranciers, die voor installatie toch wel mensen op locatie moesten zien te krijgen. En ook zaken als scholing en training verliepen anders. Waar je normaal groepjes van zes in een ruimte bij elkaar zette, mochten er nu maar twee in. Er moest dus af en toe flink worden geïmproviseerd, maar met vereende krachten hebben we het toch klaargespeeld. Grootste compliment wat de verhuizing betreft was dat de ziekenhuisafdelingen er niets van hebben gemerkt!”

Dealen met covid

Blijf op de hoogte
Schrijf je in om geen enkele digitale LabVision te missen

Begin 2009 is een geheel nieuw ziekenhuis op de grens tussen Sittard en Geleen in gebruik genomen. In die tijd zullen niet veel mensen in het laboratorium hebben gedacht dat ze dertien jaar later alweer op een andere plek aan het werk zouden zijn. Toch is dat het geval, en wel in een gloednieuw lab op hemelsbreed misschien een paar honderd meter afstand.

Klinisch chemicus Bernadette van Acker, die zich vanuit de vakgroep klinische chemie met de bouw van het nieuwe lab heeft beziggehouden, zat aanvankelijk niet te springen om weer een verhuizing. “We zaten op een prima plek centraal in het ziekenhuis, dichtbij de verpleegafdelingen en de poliklinische bloedafname.”

Een prettige bijkomstigheid bij de verhuizing was dat het bestaande track-systeem uit 2014 vervangen kon worden door nieuwe apparatuur. “We konden dus in alle rust in het nieuwe lab de nieuwe apparatuur installeren. Nadat eind oktober 2021 het gebouw was opgeleverd, zijn half november de eerste analyzers naar binnen gereden. Vlak na de jaarwisseling was de opbouw gereed, zodat we konden gaan valideren. Voor de verhuizing van in gebruik zijnde apparatuur hebben we een gedetailleerd schuifplan gemaakt. Kritische apparaten hebben we dubbel uitgevoerd. Daardoor kon het ene apparaat alvast naar de nieuwbouw en zodra dat goed werkte kon ook het andere volgen”, vertelt Iris, die sinds de oplevering al haar intrek had genomen in het nieuwe gebouw.

Op de eerste verdieping zijn specialisaties als beenmergdiagnostiek, eiwitchemie, (HPLC-)analyses voor klinische farmacologie & toxicologie en HPLC voor klinische chemie ondergebracht. Het apotheeklab is inmiddels geïntegreerd met het klinisch chemisch lab. Een apotheker zwaait er medisch de scepter; de klinisch chemicus gaat over de technische aansturing van de analyses. Overigens vinden de 24/7-testen op antibiotica en drugs plaats op de chemie-analyzers in het kernlab.
De tweede verdieping huist bacteriologie, de gehele moleculaire diagnostiek, een stuk serologie (vanuit de microbiologie) en bindingsanalyse (vanuit de klinische chemie). In de bouw is al voorgesorteerd op eventueel toekomstig koppelen van analyzers aan het track-systeem op de begane grond door het aanbrengen van een schacht tussen de verdiepingen.

Schuifplan

Voorsorteren

Dringen voor de begane grond

Integratie van disciplines

Alles op zijn kop

Een andere wens van de analisten, die in het nieuwe lab is gerealiseerd, was een automatische koude opslag voor buizen die van het track-systeem af komen. “We waren veel tijd kwijt met het handmatig terugzoeken van buizen voor bijvoorbeeld een heranalyse. Als er nu een extra meting moet worden gedaan, voeren we dat in het LIS of in de middleware in en wordt de buis automatisch opgehaald en terug op het track-systeem geplaatst.”

Ietwat bezijden van het kernlab is nog een aparte ruimte voor het verwerken van fecaal occult bloed testen (iFOB), die in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker als thuistestmonster worden opgestuurd. Het Zuyderland is één van de vier plekken in Nederland waar dit wordt gedaan. Het gaat daarbij om circa 400.000 testen per jaar.

Natuurlijk wil iedere discipline zo dicht mogelijk bij het front-office zitten, maar dat is met drie verdiepingen nooit te realiseren. “Ook de TLA’s (total lab automation) van klinische chemie en medische microbiologie samen pasten niet op één verdieping. We hebben er derhalve voor gekozen om het 24-uurs kernlab op de begane grond te positioneren. Daar is ook een grote controlekamer gemaakt, inclusief dienstenkamer. We wilden graag de dienstenkamer op het laboratorium hebben. Op de oude locatie zat je een beetje achteraf in een hoekje en moest je van daaruit het lab oplopen tijdens de dienst. Het is veel handiger als je vanuit de dienstenkamer direct zicht hebt op het lab. De controlekamer is wat dat betreft een ideale plek, want je kunt via grote schermen ook meekijken met de apparatuur en die zelfs op afstand aansturen”, vertelt Iris.

Na verschillende scenario’s voor een lab op afstand van het ziekenhuis (variërend van ergens langs de A2 bij Echt tot een paar honderd meter verderop) is gekozen voor een nieuw, drie verdiepingen tellend labgebouw in de directe nabijheid van het ziekenhuis. Het gebouw staat visueel los van het ziekenhuis, maar is er wel via de kelder mee verbonden.

Bij de indeling van de 900 m2 bruto vloeroppervlak per verdieping is zoveel mogelijk de integratie van de verschillende laboratoriumdisciplines nagestreefd. Waar voorheen klinische chemie en medische microbiologie nog gescheiden disciplines waren, is er nu een gezamenlijk front-office, waar alle materialen binnenkomen. “Medewerkers van zowel klinische chemie als medische microbiologie nemen nu zover als mogelijk elkaars werk over op het front-office”, vertelt Iris Frings-Mioch. Zij houdt zich als coördinerend medisch analist bezig met het onderhoud en troubleshooting van de apparatuur. Daarnaast heeft ze als projectleider voor het nieuwe lab de inrichting, installatie en verhuizing gecoördineerd.

De integratie komt ook naar voren in de koppeling van de diverse analyzers aan het track-systeem op het 24-uurs lab (tot nu toe de langste track die de leverancier in Nederland heeft geplaatst). Naast de klinisch-chemische analyzers voor chemie, hematologie en stolling zijn er ook twee analyzers gekoppeld van microbiologie, waar de infectieserologie op draait. “In de oude situatie werden de buizen voor microbiologie in de pre-analyse uitgesorteerd in rekjes, die in de koelkast werden gezet. Deze gingen vervolgens naar het lab van microbiologie. Veel handiger is het om ze, als ze toch al op het systeem staan, direct door te laten lopen”, stelt Bernadette. Verder is de moleculaire diagnostiek een potentiële verbinder bij uitstek, aangezien alle labdisciplines in dit vakgebied vertegenwoordigd zijn en gebruik maken van dezelfde ruimtes in het nieuwe gebouw.

De fusie tussen de ziekenhuizen van Sittard-Geleen en Heerlen, in 2015, leverde echter nieuwe inzichten op met betrekking tot het laboratorium. Er werd gekozen voor één hoofdlocatie voor de laboratoria klinische chemie, medische microbiologie en pathologie in Sittard-Geleen en een satellietlaboratorium in Heerlen. Om het relatief nieuwe gebouw in Sittard-Geleen zo optimaal mogelijk te kunnen benutten voor patiëntgebonden functies moest het laboratorium bovendien zijn centraal gelegen plek in het ziekenhuis opgeven.

Op beide ziekenhuislocaties is voor de klinische chemie nog steeds een volwaardig 24-uurs lab aanwezig, inclusief faciliteiten voor bloedtransfusie. Specialistische bepalingen, zoals beenmergdiagnostiek, vinden plaats op de hoofdlocatie. De laboratoria voor medische microbiologie en pathologie zijn vrijwel volledig gesitueerd in Sittard-Geleen. In de nabije toekomst zullen ook alle patiëntenmaterialen die buiten de ziekenhuismuren zijn afgenomen, naar het laboratorium in Sittard-Geleen worden getransporteerd voor analyse.

Volledig scherm