Laboratoriumcoördinator Bianca Hertogh-Buijsse in het sinds april 2021 operationele gerenoveerde laboratorium. Het lab is uitgebreid met ondermeer een ionchromatograaf, die is gekoppeld aan een PureFlex watersysteem van Veolia Water Technologies, dat zorgt voor automatische verdunning van het eluens met ultrapuur water.

Indaver in Terneuzen heeft met de afdeling ‘Blending’ een nieuwe loot toegevoegd aan het dienstenpakket voor de verwerking van industrieel afval. Hierdoor werd het analysepakket zodanig verbreed dat de benodigde nieuwe apparatuur niet meer in het laboratorium paste. Dat is derhalve uitgebreid, en ook nog eens volledig gerenoveerd. Laboratoriumcoördinator Bianca Hertogh-Buijsse en haar team hebben behoorlijk wat extra meters gemaakt om ook tijdens de omvangrijke verbouwing hun taken, die binnen de bijzondere dynamiek van de afvalverwerking zowel op het gebied van analyse als beoordeling en acceptatie liggen, adequaat uit te voeren.

Laboratorium groeit mee met nieuwe diensten van industrieel afvalverwerker

Op het lab zijn drie werkplekken ingericht voor het uitwerken van resultaten.

bedrijven  worden volledig ontzorgd op afvalgebied, van chemische afvalstromen uit het proces tot oud papier van de kantoorafdeling.

Kijkje in het natte gedeelte, waar ook de monsterafhandeling plaatsvindt.

Het instrumentele gedeelte is fors uitgebreid met onder andere een ionchromatograaf, ICP, calorimeter, Karl Fisher titrator en GC/MS.

“Wij hebben er voor gekozen om de PureFlex direct aan de ionchromatograaf te koppelen, zodat het eluens automatisch met ultrapuur water kan worden verdund. Die koppeling werkt prima; we hebben verder weinig omkijken naar het watersysteem.”

Met al die nieuwe apparatuur werd ook het bestaande, in de jaren 90 van de vorige eeuw gebouwde laboratorium te klein. “De keuze was aanbouw of binnen het bestaande gebouw verbouwen. Het werd een interne verbouwing, waarbij we twee kantoren bij het oude lab hebben betrokken, zodat het netto vloeroppervlak is gestegen van circa 55 m2 naar bijna 105 m2. Voor de inrichting ben ik met papier en schaar aan de slag gegaan. Net als je dat bij de inrichting van een woonkamer wel eens doet heb ik de oppervlakken van de bureaus, het labmeubilair en de apparatuur op schaal uitgeknipt, zodat we al schuivend op een dubbele A3 verschillende inrichtingen konden bekijken. Ondanks tegenwerking van een dragende pilaar, die in de nieuwe T-vorm wel een beetje in de weg stond, zijn we tot een mooie opzet gekomen, waarbij het instrumentele deel goed gescheiden is van het natte deel. Ook is er een relatief rustig, afgezonderd deel op het lab gemaakt met drie werkplekken om resultaten uit te werken.”

Met het nieuwe tankenpark is niet alleen de verschuiving naar verbrandingsparameters verder geïntensiveerd, maar zijn er ook nieuwe parameters bijgekomen, zoals anionen en screening met behulp van GC/MS. Dat vergde ook een uitbreiding van het instrumentenpark, met onder andere een ionchromatograaf, ICP, Karl Fisher en GC/MS.

Bij de selectie van nieuwe apparatuur maakt Bianca graag gebruik van de ervaring van haar collega’s van het Indaver-lab in Antwerpen, waar zo’n 20 laboranten een soortgelijk pallet aan analyses uitvoeren. “Daar hadden ze een paar jaar geleden al een nieuwe IC aangeschaft, in combinatie met een PureFlex watersysteem van Veolia, dat zorgt voor ultrapuur water voor het eluens. Deze opzet werkt daar goed; dan ga je niet het wiel opnieuw uitvinden. Het enige verschil is dat ze daar handmatig het water tappen, terwijl wij er voor hebben gekozen om de PureFlex direct aan de ionchromatograaf te koppelen, zodat het eluens automatisch met ultrapuur water kan worden verdund. Die koppeling werkt prima; we hebben verder weinig omkijken naar het watersysteem.”

Het werk voor de verschillende afdelingen maakt dat het analysepakket zeer divers is. Parameters voor de procescontrole van de AWZI zijn bijvoorbeeld pH, CZV en extraheerbare organische halogenen. De stromen, die worden aangeboden voor verbranding, worden getypeerd door onder andere calorische waarde, chloor-, broom- en zwavelgehalte . “Vanuit de vergunningen van de eindverwerkers zijn bijvoorbeeld anionen zoals chloor een bepalende parameter. Dat staat in hun acceptatievoorwaarden. Wij moeten als hun klant hieraan voldoen. Op onze beurt vertalen wij dergelijke parameters ook weer door naar onze klanten”, vertelt Bianca.

Op het laboratorium worden analyses uitgevoerd voor alle vier de afdelingen. Dat brengt een zeer gevarieerde monsterstroom met zich mee, zowel qua tijd als qua analysetechniek. “We proberen daar op dit moment, net na de opstart van het nieuwe tankenpark, wel wat routine in te krijgen, maar dat is niet gemakkelijk. Het stukje procescontrole van de zuivering is qua planning overzichtelijk: de monsters staan klaar op vaste tijden, en we weten ook wanneer de resultaten worden verwacht. Rondom die vaste structuren brengen en halen de hele dag vrachtwagens een grote variëteit aan afvalstromen. Die controleren we allemaal op de spec’s voor hetzij één van de afdelingen, hetzij de eindverwerker”, vertelt Bianca.

De derde afdeling is ‘Waste Transfer Terneuzen’ (WTT), een enorm depot waar vloeistoffen en vaste stoffen worden ontvangen, van bulk- tot kleinverpakking en alles wat er tussen zit. Dat kunnen bulkstromen zijn die direct in een tank worden gelost of in een bunker om te worden opgebulkt met soortgelijke materialen. Ook zijn er kleinverpakkingen die zonder verdere bewerking naar een eindverwerker worden getransporteerd. De eindbestemming is vaak verbranding. Dan gaat het veelal om verbranding met energieterugwinning in bijvoorbeeld een AVI (afvalverbrandingsinstallatie). Sommige inhoudsstoffen moeten echter definitief weg uit het milieutechnisch systeem. Daarvoor heeft Indaver in Antwerpen een eigen verbrandingsinstallatie met draaitrommelovens (DTO). De keuze voor bijvoorbeeld AVI of DTO hangt af van de samenstelling van de afvalstromen, die ook kunnen bestaan uit reststromen van de andere afdelingen die bij WTT terechtkomen.

De vierde afdeling is het vorig jaar opgestarte nieuwe blending-park. Hier worden verschillende solventen geblend, om een optimale stookwaarde te krijgen voor verbranding met energierecuperatie in de cementindustrie.

Bij Indaver Terneuzen, gevestigd naast de Westerscheldetunnel, zijn vier operationele afdelingen. Bij ‘Cleaning’ vindt de interne reiniging plaats van bulkwagens, die bijvoorbeeld hebben geladen bij een chemisch bedrijf en ergens anders gelost hebben. Het spoelproces wordt volgens een bepaald regime uitgevoerd. Het spoelwater wordt opgevangen, opgebulkt en verwerkt in de afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI) op het terrein. Als het spoelwater vanwege de samenstelling niet op die manier kan worden verwerkt, dan wordt het afgevoerd naar de verbrandingsinstallaties bij Indaver in Antwerpen.

Bij de afvalwaterzuiveringsinstallatie worden naast het spoelwater uit de cleaning ook klantleveringen van waterige vloeistoffen gezuiverd. Die leveringen worden van tevoren geanalyseerd en beoordeeld. Na acceptatie zijn er op basis van de verontreiniging verschillende voorbehandelingsstappen mogelijk. Zit er bijvoorbeeld veel sediment in, dan moet dat er in de voorbehandeling worden uitgehaald. Uiteindelijk belandt alles in de biologische zuivering, waar het nog verder wordt gereinigd totdat het voldoet om te worden aangeboden aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Multinational Indaver is een afvalverwerkend bedrijf in de breedste zin van het woord en houdt zich in Nederland bezig met industrieel en gemeentelijk (municipaal) afval. Voor de verwerking van het gemeentelijk afval zijn er verschillende locaties voor bijvoorbeeld compostering en recycling; de industriële tak is geconcentreerd in Terneuzen en ARP in IJmuiden, die toegespitst is op zuur-recycling voor Tata Steel. In het kader van ‘total waste management’ worden bedrijven volledig ontzorgd op afvalgebied, van chemische afvalstromen uit het proces tot oud papier van de kantoorafdeling.

“Een laborant hier is niet alleen laborant, maar bekijkt ook het acceptatietechnische deel, beoordeelt of een afvalstroom hier op locatie mag worden aangeleverd, of een vrachtwagen de weg op mag. Daarbij toetsen we op de regels die in allerlei vergunningen zijn opgesomd: wat mag wel, wat mag niet; tot in welke mate kan je iets nog accepteren. We kijken bijvoorbeeld of de lading voldoet aan de EU-verplichtingen rond gevaarsindeling, etikettering en verpakking, de CLP-classificatie. Ook zijn we kien op het voldoen aan de eisen voor het wegvervoer, de ADR-classificatie. Je wilt dat bij controle de vergunningen in orde zijn en de juiste documenten kunnen worden overhandigd. Verder zijn er allerhande regels in de arbowet voor het werken met gevaarlijke stoffen, voor de bescherming van onze collega’s bij de operationele afdelingen. Dat toetsingswerk is niet altijd even voor de hand liggend. We kunnen hiervoor altijd onze veiligheidsdeskundigen en milieukundigen raadplegen, die net als het lab onderdeel zijn van de SHE-afdeling. Er zit behoorlijk wat teamwork omheen”, vertelt Bianca.

Natuurlijk wordt ook beoordeeld of de lading binnen de met de klant afgesproken spec’s valt voor een bepaalde verwerkingsroute, en als dat niet het geval is, wat er dan voor mogelijkheden zijn. Die toets op conformiteit kan ook leiden tot een seintje naar de commerciële afdeling. Stel er is afgesproken dat de pH tussen 6 en 9 moet zijn. Als de bulklading veel zuurder of veel basischer is, heeft dat consequenties voor de veiligheid, maar ook voor de verwerking en kan dat leiden tot bijvoorbeeld een toeslag.

Alle analyseresultaten worden vastgelegd in het LIMS. Deze worden met de toetsing aan de wet- en regelgeving samengebracht in een dossier, dat al dan niet een ‘OK’ voor de chauffeurs in de ontvangstruimte in petto heeft. Vanaf het moment dat de vrachtwagen de poort in mag loopt alles administratief verder in het ERP-systeem van het bedrijf.

Nieuw lab

Meer apparatuur

Diversiteit aan analyses

Sleutelrol voor lab

Geschikt voor verdere verwerking

Reiniging en zuivering

Total waste management

Blijf op de hoogte
Schrijf je in om geen enkele digitale LabVision te missen

Analyseren en beoordelen

De ontvangstruimte van afvalverwerker Indaver in Terneuzen is steevast bevolkt met een of meer vrachtwagenchauffeurs, die –kopje koffie in de hand– met hun praatjes pot voor een ontspannen stukje sfeer zorgen. Hoe relaxed dat er ook allemaal uit mag zien, zodra de printer achter de balie begint te sputteren, zijn ze direct een en al aandacht voor de baliemedewerker. Komt die met de verlossende formulieren om de poort binnen te mogen rijden of met een lading de weg op te mogen gaan? Geen enkele chauffeur, of die nu afval brengt of afvalstromen afvoert voor verdere verwerking, ontkomt aan een tijdje wachten op een ‘OK’ vanuit het laboratorium, dat in hetzelfde gebouw, pal achter de balie is te vinden. Aan het oog onttrokken van de zeker op een vrijdagmiddag niet altijd even geduldige truckers doen laboratoriumcoördinator Bianca Hertogh-Buijsse en de vier laboranten binnen haar team er alles aan om de benodigde analyses zo snel mogelijk door te voeren om de benodigde formulieren van de vereiste data te voorzien.

Volledig scherm