Product innovator Tara Duggan voert specifiek testen uit die je niet zo snel in een standaard laboratorium zult tegenkomen.

Met de opening van het Jiffy Innovation Center, begin deze zomer, centraliseert de Jiffy Group in Zwijndrecht de R&D op het gebied van duurzame oplossingen voor het telen van planten. In het gloednieuwe, door Köttermann ingerichte laboratorium worden complexe analyses op grondstoffen uitgevoerd, nieuwe formuleringen uitgedokterd en productietechnieken uitgewerkt. Prototypes kunnen direct in de klimaatkamer worden getest. Innovatiedirecteur Henri Beekers en product innovator Tara Duggan zijn er van overtuigd dat deze bundeling van expertise een flinke boost zal geven aan productontwikkeling.

Jiffy maakt met realisatie van Innovation Center werk van duurzame missie

Chemische analyses vinden plaats in de Exploris zuurkasten van Köttermann.

Achterin het lab is de Open Innovation Area waar je ook virtueel kunt samenwerken en overleggen met projectpartners en collega’s.

Innovatiedirecteur Henri Beekers in het Jiffy Innovation Center, dat met labmeubilair van Köttermann is ingericht.

Nooit klaar met innoveren

De biodegradeerbare Jiffy plantenpot wordt al sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw verkocht. Nieuwe marktontwikkelingen maken dat er nog steeds verbeteringen worden doorgevoerd aan dit product, dat een sterke positie in de markt voor plantvermeerdering heeft. Zo brengt de voortgaande ontwikkeling van kweken onder glas nieuwe condities met zich mee ten aanzien van het gebruik van water en meststoffen, waarbij de stabiliteit van de pot niet in het geding mag komen.

Ook trends als vertical farming en de verschuiving van handmatig werk naar geautomatiseerde handling met robots brengt nieuwe eisen met zich op het gebied van bijvoorbeeld stevigheid.

Toekomstgericht

Open innovatie

Het ruim opgezette laboratorium biedt voldoende plek voor tien tot twaalf medewerkers, maar die zal je er nu nog niet allemaal aantreffen. “Momenteel werken hier vier fulltimers en één parttimer in vaste dienst en is er veel ruimte voor studenten en stagiairs. We hebben enkele jaren geleden de kans gekregen om het innovatiecentrum goed op te zetten. Dan kijk je ook naar de toekomst, en ontwerp je het lab zo dat er ruimte is voor de geambieerde groei.”

Aan het, vanaf de zuurkasten gezien, andere einde van het lab is een overlegplek gecreëerd waar je ook virtueel met partners kunt samenwerken en overleggen. Deze Open Innovation Area bevat een enorm beeldscherm voor virtuele meetings en een aantal labtafels. “We kunnen hier bijvoorbeeld een workshop-setup maken om samen iets te maken, zodat we de informatie sneller en effectiever kunnen uitwisselen en tot een betere, volgende stap kunnen komen. Omdat we daar nu de ruimte en middelen voor hebben, kunnen we intensiever en effectiever samenwerken met startups, aanbieders van nieuwe grondstoffen, en natuurlijk ook onze collega’s van andere vestigingen. Veelal testen we dan eerst op labschaal, en als daar kansrijke mixen uitkomen, testen we ze ook bij klanten. De Open Innovation Area faciliteert en stimuleert dat soort samenwerkingen enorm!”, vertelt Henri enthousiast.

Vertrouwde labinrichter

Veel minder uitdagend was het zoeken naar een partner voor de inrichting van het lab. “Köttermann had in 2016 al de inrichting van het kwaliteitslaboratorium in de 1Plant verzorgd. Daar waren we zeer tevreden over. Bovendien hebben we een deel van het meubilair uit dat lab gebruikt voor de inrichting van de nieuwe cleanroom, een aparte ruimte naast het grote lab, waar we microbiologisch werk kunnen doen. Op basis van de uniformiteit van de inrichting en de goede ervaringen was er geen enkele behoefte om voor een andere labinrichter dan Köttermann te gaan”, aldus Henri.
Het ruim opgezette lab telt vier schiereilanden. “Twee van die tafelconfiguraties zijn gereserveerd voor het testen van materiaaleigenschappen. Dat kunnen fysische testen zijn voor bijvoorbeeld buig- en breekgedrag, maar ook chemische, die deels worden uitgevoerd in de Exploris zuurkasten. Ook voeren we niet-standaard testen uit: hoe goed het water bindt en weer loslaat, hoeveel lucht er in de wortelzone is. Dergelijke methodes zijn niet alleen lastiger uit te voeren, maar vergen ook kennis over groeimedia om de analysedata goed te interpreteren. De overige tafels kunnen flexibel worden ingezet voor het runnen van projecten. Dan kan het zijn dat je daarvoor een speciale testopstelling moet bouwen, of instrumenten gebruiken die je niet voor je reguliere analyses gebruikt. Ook kunnen we ruimte vrij maken voor grotere apparatuur, die niet op de tafels past. Als er een nieuw proces is ontwikkeld, dat we willen starten, kunnen we dergelijke apparatuur hier plaatsen en er mee aan de slag gaan, voordat we het implementeren in een grote schaal productie-omgeving”, vertelt Tara.

Kantoor ombouwen

De klimaatkamer staat overigens los van het laboratorium, in een ruimte bij de enkele honderden meters verder op gelegen 1Plant, de in 2016 door Jiffy gebouwde productielocatie in het havengebied van Zwijndrecht. Daar worden vanuit een scala aan grondstoffen klantspecifieke substraten voor de telers gemengd en halffabrikaten voor bepaalde Jiffy-producten gemaakt. Deze fabriek, waar ook het lab voor de kwaliteitscontrole is ondergebracht, heeft een productiecapaciteit van circa 1 miljoen m3 substraat per jaar. Het laboratorium zelf is te vinden op de eerste verdieping van het kantoorgebouw waarvan Jiffy een van de huurders is. “Vanwege de kantoorbestemming moesten we de nodige vergunningen regelen voor labactiviteiten. Verder heeft de verhuurder specifieke infrastructurele aanpassingen geïmplementeerd op het gebied van verwarming, ventilatie, airco en stroomvoorziening. Dat leverde de nodige uitdagingen op. Zo is het niet zo eenvoudig om een zuurkast in een bestaand gebouw te implementeren. Dat is opgelost door de ventilatie te laten lopen via de liftschacht, aan de andere kant van de muur waartegen de zuurkasten staan”, vertelt Henri.

In de schaduw van veen

Veen heeft nog steeds een flinke streep voor op alternatieve vezelgrondstoffen als het gaat om de belangrijkste eigenschappen van substraten voor plantgroei: stabiliteit en het absorberen en weer afgeven van water. Net als veen worden de natuurlijke materiaalalternatieven blootgesteld aan tal van invloeden op de natuurlijke biodegradatie (temperatuur in kassen, grote worteldichtheid, biologische activiteit), die de vezels sneller dan gewenst kunnen destabiliseren. Het is dus zaak om een manier te vinden om deze materialen te stabiliseren voordat ze de mix in gaan. Dat kan biologisch, met bepaalde enzymen, die de vezels verouderen, ‘voorrotten’, waardoor het materiaal stabieler is. Ook chemisch kan je de weg van degradatie van cellulose via hemicellulose naar lignine –de meest stabiele vorm–, waar veen duizenden jaren over heeft kunnen doen, versnellen.

Ook qua waterhuishouding is actie gewenst: bij blootstelling van veen aan water gebeurt er verder niet veel en is al het water beschikbaar voor de plant die er in groeit. Bij niet-veen materiaal is dat geen vanzelfsprekendheid.


Innovatiecentrum

“Een tweede argument”, vult product innovator Tara Duggan aan, “is dat we de verschillende productietechnieken, die in onze wereldwijd verspreide vestigingen worden toegepast, nu op een en dezelfde plek kunnen onderzoeken en toepassen. In het verleden moest je voor het maken van een van onze pellets naar Noorwegen of Canada, en voor producten met kokos moest je in Sri Lanka zijn. Nu kunnen we hier al onze producten verwerken en nieuwe ideeën uitwerken. Als we bijvoorbeeld een nieuwe fiber of fertilizer krijgen, kunnen we die hier testen en kunnen we prototypes maken van de verschillende producten. Die kunnen we ook direct testen in de klimaatkamer, waar we onder gecontroleerde condities gewassen kunnen laten groeien in een ‘vertical farming’ R&D-opzet. Dat maakt dat we heel effectief aan productontwikkeling kunnen doen: je ziet snel of iets veelbelovend is of niet.”

De R&D, en dus ook het ontwikkelen en onderzoeken van duurzame oplossingen en producten, is met de realisatie van het Jiffy Innovation Center gecentraliseerd in Zwijndrecht. “Grofweg gezien doen we hier aan drie takken van sport. Het testen van nieuwe materialen met fysische en chemische methoden, het formuleren van recepten voor specifieke toepassingen en de bijbehorende procesontwikkeling, en het testen van gewassen op groeicondities in een klimaatkamer. De keuze voor centralisatie en indirect ook het zoveel mogelijk zelf uitvoeren van onderzoek is ingegeven door verschillende factoren. Veel van het testwerk is nagenoeg niet uit te besteden. Er zijn wel enkele labs in Nederland die zicht toeleggen op land- en tuinbouwanalyses, maar die bieden alleen standaard testen aan, waar vaak veel tijd mee gemoeid is. Voor de niet-standaard testen, die we soms zelf hebben ontwikkeld, ontbreken daar de benodigde expertise en de apparatuur”, aldus Henri.

Het productassortiment van Jiffy bevat specifieke oplossingen voor het hele scala aan teelttoepassingen en -systemen. Dat kunnen dragers zijn, substraten, of een combinatie van beide. De bekendste dragers van Jiffy zijn de composteerbare potten, die als voordeel hebben dat je bij het uitplanten of oppotten de pot niet hoeft te verwijderen. Het assortiment aan substraten is zeer divers met op maat gemaakt substraatmixen voor de diverse gewassen en groeistadia. Deze worden los geleverd in verpakkingsvormen, die variëren van zakken van 70 liter en big bags tot volle vrachtwagens met 30 kuub containers. De telers verwerken dit in hun eigen potten en traysystemen tot het eindproduct met het gewas erin.

De geïntegreerde oplossingen zijn min of meer kant en klaar. Bij bijvoorbeeld aan de ‘growblocks’, die bestaan uit een plaat van gedroogd substraat in een net, hoeft alleen maar water en plantenvoeding te worden toegevoegd, waarop de plaat opzwelt naar een blok of staaf en klaar is voor de teelt van de planten. Het net houdt het groeimedium bij elkaar. Een soortgelijke oplossing is de ‘growbag’, die bestaat uit gedroogd substraat in zakken in allerlei maten en vormen, met of zonder vooraf aangebrachte plant- en draingaten. Tenslotte zijn er de Jiffy pellets: netcontainers met een open wand die tegelijkertijd dienst doen als teeltmedium. Net als de ‘growblocks’ en de ‘growbags’ zijn ze handzaam en kunnen ze tegen lage kosten worden vervoerd, omdat ze worden geleverd als lichte, sterk gecomprimeerde, droge schijfjes.

Duurzaam

Een andere duurzaamheidsslag is te maken op het gebied van het vervangen van de PP- en/of PE-gebaseerde plastics die worden gebruikt voor de kunststof netten in de ‘growblocks’ en pellets, alsmede de zakken van de ‘growbags’. “We werken aan de de overstap naar PLA-netten voor de pellets. Daar komt heel wat bij kijken. Zo is dit bioplastic op basis van polymelkzuur weliswaar composteerbaar, maar alleen op industrieel niveau, en niet in de grond, zoals we dat wel bij onze composteerbare potten zien. Verder moet het biomateriaal dezelfde technische eigenschappen hebben als plastics uit aardolie. Voor de zakken van de ‘growbags’ geldt dan dat ze bestand moeten zijn tegen de hoge temperaturen en vochtigheid in de kas.”

Verschillende landen, met de UK voorop, werken aan de transitie naar veenvrije substraatoplossingen. Het winnen van veen wordt beschouwd als een niet-duurzame activiteit, waarbij broeikasgassen vrijkomen. Ofschoon de winning voor substraatoplossingen ten opzichte van het gebruik als brandstof marginaal is en ook duurzame veenwinning mogelijk is, is het duidelijk dat veenvrij de norm wordt. “Bij Jiffy is dat besef er al jaren. Zo passen we al 100% kokossubstraat toe in onze ‘growblocks’ voor de opkweek van jonge planten en ‘growbags’ voor de productieteelt van de gewassen, zoals vruchtgroenten. Maar in onze substraten is er nog vaak sprake van een bepaald percentage aan veen; daarvoor zoeken we naar alternatieve oplossingen”, vertelt Henri Beekers, die sinds 2019 bij de Jiffy Group werkzaam is als innovatiedirecteur.

Köttermann had in 2016 al de inrichting van het kwaliteitslaboratorium in de 1Plant verzorgd. Daar waren we zeer tevreden over.

Voor de niet-standaard testen, die we soms zelf hebben ontwikkeld, ontbreken in andere labs de benodigde expertise en apparatuur.

Jiffy Group
Köttermann
Informatie
Blijf op de hoogte
Schrijf je in om geen enkele digitale LabVision te missen
Volledig scherm